Veel van wat ik weet, is niet zeker.
En bij de woorden die ik schrijf, begint mijn twijfel.
En juist dat laatste is de reden dat ik schrijf.
'De twijfel is het begin van het denken', zo liet Gert Biesta ons vanavond weten.
En daarin vind ik weer de rechtvaardiging van al deze letters op het scherm.
Angst, zo zag ik het eerder deze dagen in de ogen van enkele gesprekspartners,
de angst voor het onbekende, de angst voor het loslaten,
angst voor vertrouwen in de leerkracht, het kind, of misschien wel de angst voor zichzelf.
Een aangewakkerde angst in de schijnbare zekerheid die we met de kennis die we tot ons nemen voor onszelf creëeren.
Wij zijn de specialsten van het leven geworden, specialisten voor het geluk.
En wanneer ons eigen specialisme te kort komt, zijn er specialisten die ons (in veel gevallen in ruil voor geld) deze zekerheid kunnen bieden.
Met deze zekerheid zijn we de twijfel voorbij en stopt ons verder denken.
Daarmee ontnemen we tevens het denken van de ander; dit is de zekerheid, dit is de waarheid, verder denken heeft geen nut.
Onze angst van weleer is ingekaderd.
De bevrijding van de angst, zonder te weten waaraan we nu zijn overgeleverd.
Of zoals Biesta vertelde: Emancipatie als bevrijding of ontsnapping?
In de eerste betekenis geven we ons lot weer in handen van de ander.
We ontsnappen niet, creëeren niet onze eigen pad, maar geven het weg; bevrijd én overgeleverd.
Ik zag een angst, en zie die angst zo veel vaker terug keren.
Angst voor het mislukken, niet slagen, het missen van de juiste trein van het levensgeluk, het slagen voor het leven.
Angst, zo vertelde Biesta nog, is niet de angst alleen voor het loslaten.
Misschien is het wel de angst voor het leven.
Veel van wat ik weet, weet ik niet zeker.
En bij de twijfel begint mijn denken.
En toch, bij de laatste regels zit Biesta tenminste dicht bij de waarheid.
'De angst voor het leven'... misschien.