
Wie was je, toen je op de lagere school zat?
De vraag kwam nogal onverwachts. Gesteld door mijn tafelgenoot met wie ik nou niet echt op een lijn zat op die dag.
Ze verraste zich zelf met die vraag, zo liet ze mij later weten.

We stelden eerst de wedervraag: wat denk je, wat verwacht je wat voor antwoord je krijgt?
En misschien wat het naief van mij, maar ik was verrast door de overeenkomst van de verwachting met het beeld van de geschiedenis van ons allen.
Het stille meisje, achter in de klas van toen, laat zich nu horen op een bescheiden weloverwogen wijze.
De jongen, eigengereid niet gehoord door zijn 'meerdere', laat nog steeds van zich horen, onvermoeibaar de discussie voerend.
We zijn geworden door wie we waren en door wat we meemaakten, zo stelden we die avond bij het diner vast.
De ouder die geen oor had, of juist heel veel. De leerkracht die ons uitdaagde of juist tergde.
We zijn zo veel meer geworden dan onze verstandelijke vermogens, onze toetsscores. Het is het biografisch pad dat ons tot het heden heeft gebracht.
Het pad dat niet als excuus geldt voor wie we zijn, maar een verklaring is voor de drijfveren achter ons handelen.
Het was een eenvoudige vraag: wie was jij op de lagere school.
In het antwoord verschool de waarheid van het heden.