We kennen een school waar een lief, leuk meisje zit.
Al 5 jaar op een 'gewone basisschool' tussen 'gewone kinderen'.
Het meisje heeft syndroom van Down.
Maar eigenlijk is dat nauwelijks onderwerp van gesprek.
Ze heeft eigen werk, speelt met de andere buiten, en krijgt met het rekenen net even een wat makkelijkere som dan de andere kinderen in de klas.
Ze neemt kleinere stappen in de vooruitgang dan haar klasgenoten, maar voor haar zijn het reuzestappen.
Zij leert van haar rijke omgeving, en haar omgeving leert enorm veel van haar.
Nu mag deze school over een paar maanden mee gaan in het 'productdenken' van het Nederlands onderwijs.
Want iedere school moet gaan bepalen hoe het zorgprofiel van de school in elkaar zit.
We plakken dan een etiketje op het hoofd van het kind, en gaan dan met behulp van casussen bespreken hoe we staan tegenover de adhd-er, de autist, de downer, de hoogbegaafde.
Plotseling gaan we het meisje van de school anders bekijken en bespreken.
Er is iemand in Den Haag die dit onzalige idee heeft bedacht, of de lobby van de begeleidingsdiensten heeft zijn vruchten afgeworpen. Immers alle scholen in het land worden natuurlijk begeleid om hierover te spreken en het profiel in kaart te brengen. (kassa!)
Met de mond vol over 'passend onderwijs' wordt het schoolteam gedwongen om in etiketten te gaan denken.
Juist op deze school waar dit meisje, en met haar zoveel andere 'gewone en toch heel bijzondere kinderen' zitten, is dit 'productdenken' uit den boze. Kinderen horen niet als appels op een sorteermachine te worden gelegd.
We zouden willen dat men eens een voorbeeld aan deze school, aan dit team zou willen nemen.
Dat is pas echt passend onderwijs!
Zoals ook dit broertje heeft begrepen: