'Stel nou, dat dit alles de droom is, een oefening voor het leven hierna.
En dat je straks, na deze droom, weer naast je vader kan zitten om het gesprek te voeren.'
Ik keek hem aan en zag in zijn ogen dat hij serieus was.
Een serieuze gedachte van deze werkelijkheid, zijn werkelijkheid.
Voor een kort moment ging ik mee in zijn gedachten, en schitterde een gelukzalig moment in iets dat mijn ziel zou moeten zijn.
Als in een flits zat ik daar met mijn vader een gesprek te voeren, het leven te bespreken, zoals ik dat nu hier in werkelijkheid met deze vriend zat te voeren.
'Ja' zo vertelde ik hem, 'stel, ik voel de schittering bij de gedachte, maar het is een utopie. De schittering die ik voelde is een wens uit het verleden.
Ook in het leven na deze droom zou dat gesprek er niet van komen.'
'Het is een prachtige gedachte', zo ging ik verder 'het echte leven na deze droom die we leven. Maar ik heb het vooral hier en nu te geven, mijn leven als een droom te leven. Tenminste daarnaar te streven.'
Insallah