Hij heeft honderdduizend verhalen
met miljoenen woorden
die maar rondzingen in zijn hoofd
verhalen over de boom hier voor zijn huis
die hij nog maar nauwelijks kent
of het bankje met de zwerver
die hij geneigd is om binnen te vragen
Hij heeft honderdduizenden verhalen
met miljoenen woorden
over alles dat er ooit heeft plaatsgevonden
waar hij iets van denkt en vindt
hoe hij genoten heeft van het dansen op
en over de lijntjes.
Hij heeft honderduizenden verhalen
met miljoenen woorden
die blijven rondzingen omdat ze dat zo fijn vinden
ze vinden nooit een rustig plekje
niet in de bergen, de stad, of in de bioscoop
ze vinden altijd wel een haakje aan de waarneming
waar dan ook.
Hij heeft honderduizenden verhalen
met miljoenen woorden
ze zijn er altijd al geweest
en hij dacht dat dat zo hoorde
dat al die hoofden van al die mensen
de huizen van al die woorden
van iedereen zouden zijn
Hij heeft honderdduizenden verhalen
met miljoenen woorden
en erkent pas sinds kort
dat ze met wat veel zijn
niet alleen voor zichzelf
maar ook voor de ander.
Nu moet hij het ze nog gaan vertellen
en vragen of ze ergens anders
willen gaan wonen
die honderdduizenden verhalen
met miljoenen woorden.
(als hij ze kan missen)