
Dat van die 14 maanden wisten de verzekeringsheren mij vandaag te vertellen: 14 maanden.
Zo'n dag waarvan ik er al eens twee had meegemaakt.
Met ernstigere en minder ernstige gevolgen.

11 maart 1989 - midden in de bloei van het leven dat mij toelachtte.
Werd ik in een ambulance met ernstige rugpijn afgevoerd.
Drie gebroken wervels, een fractie verwijderd van een dwarslaesie.
Een lange revalidatie, boeiende en onvermijdelijke keuzes volgden.
Het gevolg van die ene seconde op de 11e maart.
Zo'n 20 jaar later, zo'n niets-aan-de-hand dag.
Een klap op het asfalt, de auto onder mij doorgeschoten.
Als wonder boven wonder deed alles het nog bij mij, en kon ik zelfs mijn marathonschema in dat jaar vervolgen.
Een tweede engel was verschenen (en welke duivel kletterde mij op het asfalt die dag?)
En toen, nu 14 maanden geleden, na de auto, de fiets; de scooter.
Een fractie, het optrekken van de auto op het moment dat ik voor zijn bumper verscheen.
Natuurlijk geen opzet, maar wel een ongelooflijke klap.
Een klap die ik in de maanden daarvoor al zo vaak had beleefd.
Niet alleen op die scooter, maar als deelnemer van het verkeer.
Iedere kruising, oversteekplaats; als flits in mijn gehoor of in gedachten. Steeds weer een ongeluk dat nog zou moeten gaan gebeuren.
Een vooruitziende blik, of self fulfilling prophecy?
Wat volgde was de duur van een herstel dat zich hield tussen de duur van het eerste ongeluk (jaren) en het tweede ongeluk (paar dagen).
En weer wist ik er een reden voor te vinden, het in mijn gedachten weg te zetten.
Niets voor niets, een klap om verschillende zaken te beseffen; als waarschuwing, als draai in het leven, het letterlijk stoppen met rennen (en dus hardlopen). Ook voor deze klap kon ik een reden verzinnen, dusdanig dat het mij op de been hielp en up and running kreeg.
De hersenen (schudding) kwamen weer terug op de plek na een week of zes, en ach dat fysiek herstel zal een kwestie van tijd zijn.
Dacht ik...
Veertien maanden later.
De verzekeringsheer wilde mij doen laten geloven dat door het ongeluk een derde van m'n leven is veranderd.
Werk- gezin en hardlopen, in willekeurige volgorde.
Het laatste dat zo mooi het balans bracht, is sinds die dag nog steeds niet mogelijk.
De verzekeringsheer die de vinger op de verdomd zere plek wist te leggen.
Laat mij praten over de angsten die ik doorsta bij het betreden van de weg.
Niet, zoals de vorige twee keer, na verloop van tijd wegebbend, maar zo prominent en manifest aanwezig.
Geen wandeling of fietstocht waarbij een weg wordt gekruist, is sindsdien nog ontspannen geweest.
Als fervent treinreiziger (...) wandel ik dagelijks de 1200 meter lange route naar het werk.
Om iedere dag weer in gedachten, geluiden en ervaring diverse ongelukken te doorstaan. Te veel straten steek ik over.
Gewaar van ieder gevaar dat er schuilt.
Veertien maanden geleden.
Die ene seconde, de optrekkende auto.
Een derde engel, of toch die derde duivel?
Het is misschien eens tijd om de door mij bedachte reden van dit alles los te schudden.
Het hoofd te doen laten verlaten en voluit te beseffen dat het niet zo fraai is.
Met het hardlopen een derde van het leven, de balans, verdwenen.
Het hoofd vol met ongelukken, dagelijks terug in de herbeleving.
De heren van de verzekeringen, ervaren rotten, konden het fijntjes typeren.
De marathonloper, op zoek naar perfectie, vooralsnog met een rotte knie geen vooruitzicht op herstel.
Verstopt in het hoofd, voortgegaan, doorgegaan.
Met dat verschil dat er daadwerkelijk is gebeurd.
Dat, vandaag, na veertien maanden, moest dan dus maar eens gezegd worden.
Op het advies van de heren van de verzekeringen heb ik de informatie van de vereniging van de EMDR maar een nagelezen.
Misschien is drie keer dan toch wel een beetje te veel van het kwade geweest.
De heren van de verzekering, zij worden bedankt voor dit heldere inzicht.