
Aan de rand van zijn bed staat een fotolijstje
'we share anything', zijn eerste grote liefde
aan het ontbijt leest hij de Volkskrant
het wereldnieuws komt tot hem.

met foto's van het vorige jaar
in niets meer is hij gelijkend op wat ik daar zie
groter, volwassener, anders.
Met zijn jongere broer is het al niet anders gesteld
jonger, maar in een nog sneller tempo
in de stroom van zijn oudere broer meegaand
groter, wijzer, zelfstandiger.
Beiden buigen zij zich over de studieboeken heen
voorbereidend op een week vol toetsen
kennis slurpend omdat het moet
de kortste weg naar volwassenheid.
Mijn bomen in de achtertuin zijn weer kaal
de bladeren aan de haag verschieten van kleur
de herfstzon staat laag
vetbollen vettig glinsterend aan de kale takken.
Voorbijvliegende jeugdjaren
onwaarschijnlijke vaart en snelheid van het leven
alleen de koolmezen en de mussen in mijn tuin
tevreden pikkend van de bollen.
zij zijn er weer.
Gelukkig maar.