
'Dat is reden om je zorgen te maken' antwoordde zij mij.

Want blij met de oude contacten betekent tevreden met het verleden en ontevreden met het heden?
Anders dan een aantal generatiegenoten en vrienden van mij, heb ik nogal wat afscheid genomen van contacten van vroeger. Passend bij mijn eigen dynamiek sloot ik al sinds mijn 16e gemakkelijk de deur, om weer een andere deur open te kunnen doen. Keek nauwelijks achterom, was tevreden met het verleden en verheugde mij op weer een nieuwe toekomst.
Van horeca, naar psychiatrisch ziekenhuis, van kantoor naar kantoor, van school naar school, naar kantoor, naar school, naar school. Dag verleden, hallo toekomst.
En in die nieuwe toekomst, in het heden, klopt daar met enige regelmaat het verleden op de deur.
Ik zoek het niet, het is er wel.
Warme, mooie contacten, vertrouwd en veilig.
Anders dan ik ooit had kunnen bedenken klopt, in dit wondelijke turbulente jaar, nog meer mijn eigen verleden op de deur. Destijds onverdraagbaar, ik hield de deur gesloten.
In het heden dagelijks, beetje bij beetje, is daar het contact met mijn overleden vader. Een blik, een herinnering, een gewoonte. Het is er, mild, verrassend aanwezig.
Het heeft lang geduurd om er achter te komen, dat ook voor mij het echte afscheid niet bestaat.
Als het contact waar en oprecht is geweest, vormt dat verleden een wezenlijk onderdeel van het heden.
Dat mijn vader daar ook een onderdeel van uit maakt, is in deze betekenis wel een zeer bijzondere gewaarwording.